Goudknopje - Cotula coronopifolia

Een redelijk zeldzaam voorkomende soort uit de Composietenfamilie is Goudknopje, Cotula coronopifolia. De vlezige plant met gele knopvormige hoofdjes met alleen gele buisbloemen is vrijwel uitsluitend aan te treffen op droogvallende zilte zandbodem direct aan de kust en op vergelijkbare plekken langs de rivieren en op net drooggevallen bodems, zoals destijds van de IJsselmeerpolders en de Lauwerszee.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een éénjarige plantensoort die optreedt op droogvallende zilte bodems tijdens eb of na wat langere inundatie en vervolgens langere tijd droogvallen, zoals in de Slufter op het eiland Texel, is Goudknopje, Cotula coronopifolia L., uit de Composietenfamilie of Asteraceae.

Na kieming ontwikkelt zich op het wortelstelsel een vlezige, in het algemeen laag blijvende plant met vertakte, ronde en gladde, rood aangelopen stengels. De stengels liggen op de zilte bodem en kunnen opstijgend zijn. Daarbij kunnen ze vertakken en alle stengels en vertakkingen eindigen in een bloeiwijze. Aan de stengels en vertakkingen zitten de vlezige bladeren die met een schede de stengel omgeven en om de stengel heen gesloten zijn als een manchet. Aan de manchet zitten tanden. De bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig en in het onderste gedeelte veerdelig ingesneden met uitstekende tanden. Het bovenste gedeelte van de bladeren is vaak gaafrandig.

De hoofdjes zijn rond een cm breed en hebben een vlakke bodem die omgeven is door omwindselblaadjes. Doordat de bloemhoofdjesbodem licht gewelfd is en er alleen maar viertallige buisbloemen op staan krijgt zo'n hoofdje de vorm van een knop. Meestal zijn de bloemen van Composieten vijftallig, maar deze viertalligheid heeft Goudknopje gemeenschappelijk met Schijfkamille. De buisbloemen zijn geel van kleur, vandaar de Nederlandse naam Goudknopje. De onderstandige vruchtbeginsels van de buisbloemen leveren nootjes op waarbij de nootjes van de randstandige bloemen wat wrattig zijn en een vliezige vleugel hebben.

MM_220730

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Cotula - Cotula
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.40 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvormen:
composietenbloem, buisvormig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
4 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
rood aangelopen, glad, rond
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
lancetvormig, veerdelig
Bladranden:
gaaf, ingesneden
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschappen:

Goudknopje is van oorsprong een soort uit het zuiden van Afrika en is door de mens ongewild via de zeevaart over de wereld verspreid geraakt. Gezien het feit dat de soort zilte bodems prefereert, vind je de soort dan ook enkel in de kustgebieden en riviermondingen waar de milieuomstandigheden zo zijn dat er sprake is van regelmatig droogvallende zilte en zandige bodem. Na een eerste waarneming van Goudknopje rond 1740 in de omgeving van de Noordduitse havenstad Emden aan de Dollard zijn er in onze contreien vestigingen bekend in Amsterdam, de droogvallende IJsselmeerpolders en Lauwerszee en langs de rivieren en estuaria waar invloed is van het getij en enige verzilting kan optreden. Een situatie die aan de eisen voldoet die Goudknopje aan zijn milieu stelt, doet zich voor in de Slufter op Texel, waar wij Goudknopje hebben kunnen vastleggen in beeld.

De plantensoort 'Goudknopje' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Bijzonder is de vlezige habitus van de plantensoort, de variabele vorm van de bladeren en de wel heel typische eisen aan het milieu, waardoor de soort zeldzaam is. De vorm van de langwerpige tot lancetvormige bladeren met hun veerdelige insnijdingen in het onderste deel van het blad geeft enige gelijkenis met de bladeren van de Hertshoornweegbree, Plantago coronopus, waar de wetenschappelijke soortsnaam coronopifolia op duidt.

Opgemerkt moet daarbij nog worden dat zijn zeldzaamheid geen reden is om de soort wettelijk te beschermen.

Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Goudknopje, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 79

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 608. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 714.

In het Duitse taalgebied heet de soort Krähenfuss-Laugenblume; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 435.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Cótula coronopifólia