Video Determinatie

Chinese bruidssluier - Fallopia baldschuanica

Een houtige klimplant die je vaak aantreft in hekwerken die tuinen van de straat afscheiden is de Chinese bruidssluier. Tijdens de bloei doet de plant zijn Nederlandse naam eer aan, want de trossen met witte bloemen zijn overdadig en de plant bloeit ook behoorlijk lang. De plant kun je als verwilderde plantensoort ook wel eens aantreffen in hagen en over bosschages liggend.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De Chinese bruidssluier, Fallopia baldchuanica (Regel) Holub, is een houtige klimplant uit de Duizendknoopfamilie of Polygonaceae. De plant is geliefd vanwege zijn snelle groei en uitbundige bloei met veel trossen met witte bloemen die daardoor bijvoorbeeld een hekwerk als afscheiding van een perceel een vriendelijk uiterlijk geeft.

De meerjarige plant is een van de weinige houtige gewassen uit de Duizendknoopfamilie, die we in onze flora kennen. De meeste plantensoorten uit de Duizendknoopfamilie zijn immers kruiden. Zelfs de verwante Japanse duizendknoop, die ondergronds woekert met wortelstokken is te beschouwen als een meerjarig kruid; zijn bovengrondse delen zijn niet houtig.

Aan de aanvankelijk groene stengels die later verhouten en windend zijn, waardoor de plant om onderdelen van hekken of takken van andere soorten kan slingeren, staan de bladeren verspreid. De bladeren hebben aan de voet het bekende tuitje, een typische eigenschap van alle plantensoorten uit deze Duizendknoopfamilie. Dat vliezige tuitje kun je beschouwen als met elkaar vergroeide steunblaadjes. De langwerpige enigszins pijlvormige bladeren hebben een hartvormige voet en lopen aan de top in een spits uit. De rand van de bladeren is gaaf en soms een weinig gegolfd.

De trosvormige bloeiwijzen gaan richting pluimen en de grotere bloeiwijzen zijn zelfs vertakt; dit is een kenmerk dat typisch is voor de Chinese bruidssluier. In de bloeiwijzen staan veel kleine bloemen met witte bloemdekbladen. De drie buitenste bloemdekbladen, die analoog zijn te beschouwen aan kelkbladen, zijn breed gevleugeld, waardoor de bloem aan grootte wint. De binnenste bloemdekbladen zijn analoog aan kroonbladen; ze zijn vlak en niet van vleugels voorzien. De kleur van deze binnenste bloemdekbladen is wit. Soms kunnen ze een beetje groenachtig wit zijn of zelfs wat naar roze kleuren.

181212_MM

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Kielduizendknoop - Fallopia
Plantvorm:
struik
Plantgrootte:
1.00 - 15.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijzen:
pluim, tros
Bloemvormen:
drietallig, bloemdek
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
3 bloemdek (kelkbladen), 3 bloemdek (kroonbladen)
Meeldraden:
6 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
dopvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, windend
Schors:
dofgrijs, bruin
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
eirond, hartvormig, toegespitst, pijlvormig
Bladranden:
gaaf, gegolfd
Ondergronds deel:
verhout en diep reikend
Plantengemeenschap:
-

De Chinese bruidssluier is afkomstig uit het westen van China. Vanwege zijn esthetische fraaie aanzicht in hekwerken, tegen muren en als versiering van pergola's heeft de soort hier aan populariteit gewonnen. Hij wordt daarom veel als tuinplant gebruikt, maar kan vanuit tuinen verwilderen. Dan vind je de soort meestal in de buurt van de plek waar hij aangeplant is op vergelijkbare standplaatsen, derhalve in hagen, bosranden en bosschages. Hoe bestendig de soort daar is, is nog een vraag; of deze exoot al als ingeburgerd beschouwd kan worden is daarom nog een vraag. Z'n verwant Japanse duizendknoop is een invasieve exoot die inmiddels wel vaste voet gekregen heeft en bestreden wordt.

De plantensoort 'Chinese bruidssluier' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Invasieve exoot

Als tuinplant wordt de soort graag aangeplant. Maar hij kan verwilderen en is dan ook wel eens te vinden in onze wilde flora. Chinese bruidssluier staat op de Europese lijst van invasieve soorten. Dit betekent dat de soort, als hij verwildert bijvoorbeeld vanuit een aanplant in een tuin, problemen kan veroorzaken door inheemse wilde planten te verdringen in onze natuur.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 274. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 546.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 406. De plant wordt in deze flora nog Polygonum aubertii genoemd.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Fallópia baldschuánica.

In het Duitse taalgebied wordt deze soort als Fallopia aubertii of Silberregen benoemd; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 171.