Bleke schubwortel - Lathraea squamaria

Een weinig voorkomende en bijzondere plantensoort is Bleke schubwortel, Lathraea squamaria. Deze bladgroenloze parasiet groeit met zijn wortels in de vaten van de wortels van bomen en struiken in bossen. De plant bestaat ondergronds uit een wortelknol en bovengronds uit wat schubben en bloeistengels met witte tot licht rood tot paars gekleurde bloemen in een tros.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een volledig parasitair levende plantensoort is Bleke schubwortel, Lathraea squamaria L., uit de Bremraapfamilie of Orobanchaceae; eerder werd de soort ingedeeld in de Helmkruidfamilie of Scrophulariaceae. Volledige parasiete planten kenmerken zich door het ontbreken van chlorophyl of bladgroen en zijn daardoor helemaal aangewezen op het aftappen van andere planten waar ze alle stoffen uithalen die ze nodig hebben om te kunnen leven. Dus niet alleen water en mineralen, zoals bijvoorbeeld Ratelaars doen die we onder de halfparasieten scharen, omdat ze wel zelf in staat zijn om suikers te maken door middel van fotosynthese, maar ook suikers en koolhydraten en zelfs eiwitten en hun basisstoffen aminozuren.

Bleke schubwortel parasiteert op bomen en struiken, zoals Populier, Iep, Es en Hazelaar. Je kunt zo'n parasiet dan ook meestal direct in de nabijheid van de geparasiteerde gastheer vinden. De Schubwortel dringt met zijn wortels uit de ondergrondse wortelstok in de houtvaten van de gastheer. In het vroege voorjaar komt in de gastheer de sapstroom op gang richting bovengrondse delen, takken, twijgen, bladeren en knoppen die gaan uitbotten. Dan bevat die sapstroom in de gastheer naast water ook heel veel koolhydraten en daar profiteren Schubwortels van. Ze voltooien hun levenscyclus dan ook in het voorjaar.

Ondergronds heeft Bleke schubwortel een horizontale wortelstok, die vertakt is en waarop holle schubben staan. Vermoed wordt dat deze holle schubben een rol spelen bij de nodige zuigkracht om vanuit de sapstroom van de gastheer, die door de worteldruk van de boom of struik zelf al op gang komt, deze sapstroom naar behoefte af te leiden naar de parasitaire Schubwortelplant. Uit de wortelstok kunnen zich dan een of meer bleke stengels vormen waaraan de bloemen ontstaan, die in een naar één zijde gekeerde tros of aar staan. Elke bloem staat in een schub, die je kunt beschouwen als een schutblad. Op de stengel staat verder een klein aantal schubben. De bloemen zijn bleek tot licht roze, soms naar licht rood zwemend. Ze staan geknikt en hebben een klokvormige kelk met driehoekige kelktanden. In de gebogen buisvormig vergroeide bloemkroon staan vier meeldraden in het bovendeel van de kroonbuis ingeplant. De twee lange meeldraden steken onder de  bovenlip van de kroon naar buiten. Het eenhokkig vruchtbeginsel met stijl en stempel produceert na bestuiving en bevruchting stofgrote bolvormige zaden met en oliehoudend gezwelletje dat fungeert als een mierenbroodje. Ze zijn een mm in doorsnede.

Mieren zorgen dan voor de verspreiding van deze zaden.

MM_220713

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Schubwortel - Lathraea
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.05 - 0.30 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
lichtpaars, rood, roze
Bloeiwijze:
aar
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, tweelippig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 kelkslippen, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
4 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
stofzaad
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
dakpansgewijs
Bladvorm:
schubvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
knolvormige wortelstok
Plantengemeenschap:
-

Bleke schubwortel is een plant van de gebergten van West- en Midden-Europa en van het zuidwesten van Azië. Hij kwam voor bij Vaals en komt voor in het Geuldal in Zuid-Limburg en het areaal aldaar sluit aan bij het verspreidingsgebied in het aangrenzende België, de Ardennen en de Eifel. Daar, net over de grens in België, hebben we de Bleke schubwortel vastgelegd in beelden, die hier in het plantenpaspoort te zien zijn.

De plantensoort 'Bleke schubwortel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Kleistogame bloemen

Soms komt de bloeiwijze niet boven de grond en vindt er zelfbevruchting plaats in de gesloten blijvende bloemen. Dit type bloem noemen we een kleistogame bloem.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Bleke schubwortel verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 237-238. In dit standaardwerk worden de twee Schubwortelsoorten ingedeeld in de Helmkruidfamilie.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 520. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 634.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 888. In deze flora luidt de Nederlandse naam van de soort Grote schubwortel.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Lathráéa squamária

In het Duitse taalgebied: Schuppenwurz, Braunwurzgewächse.