Amerikaanse tulpenboom - Liriodendron tulipifera

Aan zijn typische bladvorm en de grote wat op een tulp lijkende bloemen is de Amerikaanse tulpenboom te herkennen. De boom kan 30 meter hoog worden en wordt regelmatig aangeplant in parken en grotere tuinen. De bladvorm heeft door zijn twee naar buiten wijzende bladtoppen en aan de voet twee naar buiten stekende lobben iets weg van een kattenkop. De grote, op tulpen lijkende bloemen, zijn geel-oranje van kleur.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een niet alledaagse boom, die je wel aantreft in parken of plantsoenen is Amerikaanse tulpenboom, Liriodendron tulipifera L. uit de Tulpenboomfamilie of Magnoliaceae. In zijn oorsprongsgebied, de zuidelijke Alleghanies in Amerika, wordt de boom tot 65 meter hoog. In onze streken meestal niet hoger dan 30 meter. Maar daarmee is hij een reuzenboom, wat vooral te zien is als de boom solitair staat.

De stam is rijzig en heeft een grijze schors die behoorlijk is gepleten. Door de vertakkingen heeft hij een brede kroon. De aanvankelijk meer bruin kleurende takjes en de twijgen dragen de bladeren verspreid. De knoppen worden bedekt door een aantal knopschubben, die zich open vouwen. De bladeren zijn in omtrek min of meer eivormig, maar doordat ze als het ware twee toppen hebben en meestal aan de voet twee naar buiten stekende spitse lobben, heeft het blad een typische unieke vorm, die je aan geen andere boom in onze contreien tegenkomt. Met de twee toppen naar boven lijkt het blad wel wat op een kattekop.

De bloemen staan alleen en ontvouwen zich uit een aanvankelijk met bruine schubben bedekte knop. Er is sprake van twee series bloembekleedsels, de drie kelkbladen die groen kleuren en terug slaan en de zes kroonbladen die aanvankelijk groen en geel kleuren maar wat later geel en oranje; deze staan rechtop. In dit stadium lijken de bloemen sterk op een tulp. Binnen de bloembekleedsels staan veel meeldraden om een reeks om de bloemspil gedraaide bovenstandig vruchtbeginsels met veel stempels. De bloem is protogyn, wat betekent dat ze eerst in het vrouwelijk stadium verkeert. Ze kan dan bevrucht worden door bezoekende insecten als bijen en hommels die mogelijk pollen meebrengen van een wat oudere bloem. Na dit stadium waarin het vrouwelijk deel ontvankelijk is, rijpen de meeldraden verder uit en deze geven dan pollen af.

De vrucht is ook weer heel typisch en samengesteld uit vele eenheden die om de spil in de bloem blijven zitten.

MM_231118

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Tulpenboom - Liriodendron
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
2.00 - 30.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
geel, groen, oranje
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvormen:
meertallig (zestallig of meer), regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
3 bloemdek (kelkbladen), 6 bloemdek (kroonbladen)
Meeldraden:
10 of meer
Vruchtbeginsel:
veel, bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
schijnvrucht
Zaden:
-
Stengel:
-
Schors:
gegroefd, grijs
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
eirond, spiesvormig, enkelvoudig (gewoon blad)
Bladranden:
gaaf, ingesneden
Ondergronds deel:
hartwortelstelsel
Plantengemeenschap:
-

Amerikaanse tulpenboom hoort tot een evolutionair al heel lang bestaande familie, die van oorsprong vertegenwoordigers heeft in het oosten van Azië en het westen van Amerika. Liriodendron komt uit de Alleghanies in west Amerika en wordt daar bevrucht door kolibries. In onze contreien vervangen hommels en bijen de kolobries en diene als vectoren voor het pollen.

De plantensoort 'Amerikaanse tulpenboom' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De bloemen zijn protogyn (protos is grieks voor 'eerst' en gynos is grieks voor 'vrouw'); ze zijn dus eerst in het vrouwelijk stadium en dan ontvankelijk voor pollen, uiteraard van een andere bloem die al wat verder in ontwikkeling is en rijpe meeldraden heeft. Nadat er bestuiving en bevruchting heeft plaatsgevonden rijpen de helmknoppen verder uit en openen zodat uit de geopende helmhokken stuifmeel of pollen wordt vrijgegeven.

Een wetenschappelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 461-462.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Liriodéndron tulipífera.