Akkerogentroost - Odontites vernus s. vernus

Akkerogentroost, Odontites vernus subsp. vernus, is een steeds zeldzamer worden akkerkruid, dat zich van zijn andere ondersoort Rode ogentroost onderscheidt door de veel fijnere bouw en structuur. De rechtopstaande planten vertakken niet tot veel minder dan de andere ondersoort en de takken staan niet duidelijk in een hoek van negentig graden, maar staan onder een kleine hoek naar boven gericht. De roze tot lichtrode bloemen zijn tweelippig en lijken in de verte wel wat op lipbloemen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een van de bedreigde soorten uit de akkerflora is Akkerogentroost, Odontites vernus subsp. vernus uit de Bremraapfamilie of Orobanchaceae. De planten zijn wat fijner van structuur dan die van Rode ogentroost, de subsp. serotinus.

Met hun hoofdwortelstelsel kunnen de planten de wortels binnendringen van andere planten, meestal grasachtige, en tappen ze uit die gastheren water af. Omdat Akkerogentroost ook bladgroen heeft en dus in staat is om zelf fotosynthese uit te voeren is de soort slechts een zogenaamde halfparasiet. Op het wortelstelsel ontwikkelt de plant een rechtopstaande stengel die enigszins viltig is behaard. De planten vertakken soms helemaal niet en als ze al vertakken tref je hooguit drie tot vier tegenoverstaande vertakkingen aan, die een scherpe hoek naar boven maken met de hoofdstengel. Dit wijkt flink af van de Rode ogentroost die sterker vertakt en waarbij de vertakkingen vrijwel loodrecht op de hoofdstengel staan.

De bladeren zijn klein, staan meer verspreid dan tegenoverstaand aan de stengel en eventuele vertakkingen; ze zijn lancetvormig tot langwerpig en ruim een cm groot. De rand van de bladeren is voorzien van enkele zaagtanden. De schutbladeren in de bloeiwijze zijn vergelijkbaar met de bladeren en kunnen in verhouding de grootte van een bloem benaderen.

De bloemen hebben een grote bovenlip en de vier meeldraden met hun geeloranje gekleurde helmknoppen zijn goed zichtbaar direct onder de bovenlip. De helmhokken zijn getand, net als bij de Rode ogentroost. Het bovenstandig vruchtbeginsel heeft een lange stijl met stempel die eveneens onder de bovenlip zichtbaar is; na de bloei en tijdens de vruchtvorming steekt de stijl met stempel nog een tijd ver buiten de  verwelkende bloem uit. De vrucht is een doosvrucht.

MM_230116

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Helmogentroost - Odontites
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.45 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
roze, rood
Bloeiwijze:
tros
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, tweelippig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kroonbladen, 4 kelktanden
Meeldraden:
4 vergroeid met de kroonbladen
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
lancetvormig, langwerpig
Bladrand:
gezaagd
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschappen:

Akkerogentroost is een echt akkeronkruid en de soort staat net als de hele akkeronkruidenflora, waartoe ook de Korenbloem behoort, sterk onder druk door de moderne en intensieve landbouw. Het gebruik van veel kunstmest en herbiciden, wat noodzakelijk zou zijn voor een economische en rendabele moderne landbouw, is de oorzaak van het verdwijnen van soorten uit de akkerflora. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Akkerogentroost vanaf 2017 beschermd is door de wet natuurbescherming.

De plantensoort 'Akkerogentroost' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Akkerflora, zoals die in vroeger tijden vóór de intensieve, moderne landbouw heel gewoon was, kun je tegenwoordig vrijwel alleen nog vinden op akkers die beheerd worden door natuurbeschermingsorganisaties juist met het oog op het voortbestaan van die steeds zeldzamer wordende soorten die voor de biodiversiteit zo node zijn. De beelden van Akkerogentroost zijn op zo'n beschermde graanakker gemaakt in het Poppelmondedal bij Maastricht en Kanne (België), een terrein dat bij het Sint-Pietersberg gebied behoort. Naarmate er meer akkerland op een op biodiversiteit gerichte aanpak beheerd wordt, bijvoorbeeld door ecologische en biologische teelt, kan het areaal van deze akkeronkruiden zich weer uitbreiden.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Akkerogentroost en de andere ondersoort Rode ogentroost verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 229

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 522. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 637.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 879.

Verbeek, P., Prins, U., Ketelaar, R., Eichhorn, K. en Brouwer, E. (2021) Het Akkerboek.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Odontítes vérnus, subsp. vérnus.