Video Determinatie

Tweestijlige meidoorn - Crataegus laevigata

Begin mei, dus vroeg in de lente, kun je al bloeiende Tweestijlige meidoorn, Crataegus laevigata, in het landschap aantreffen. Deze meidoornsoort, die veel in hagen is aangeplant, maar ook in struweelranden van nature staat bloeit eerder dan de Eenstijlige. De witte bloemenpracht valt op en later in het jaar, met name in de herfst sieren de rode rozenbottels de struiken. Deze worden door vogels gegeten en op die manier wordt het zaad verspreid.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Tweestijlige meidoorn, Crataegus laevigata DC, is een plant uit de Rozenfamilie, die bijna overal in Europa voorkomt, maar minder algemeen dan de Eenstijlige meidoorn. De soort is meestal als struik te vinden in hagen, struwelen en loofbosranden, soms ook wel als kleine boom, bijvoorbeeld in de duinen, waarbij de vorm sterk beïnvloed wordt door de wind. Tweestijlige meidoorn wordt tot 4,5 m hoog.

De struik vertakt bij de grond en heeft een lage kroon. De aanvankelijk gladde en bruine schors wordt later donkerder en is dan ruw gebarsten tot geribbeld. De twijgen zijn donkerrood of bruin. Ze hebben scherpe, 1-2,5 cm lange doorns. De knoppen zijn zeer klein, roodachtig zwart en schubbig.

De bladeren hebben een driehoekig tot eironde omtrek; kijk naar de bladeren aan bloeiende korte loten! Ze zijn gelobd met drie tot vijf lobben. De insnijdingen in het blad zijn minder diep en reiken tot minder dan helft tussen bladrand en middennerf. De randen van de bladlobben zijn bovenaan gezaagd. De bladsteel is circa 3,5 cm lang. Het bladeren zijn van boven zwak glimmend, terwijl die van de Eenstijlige aan de bovenzijde mat groen zijn. Aan de voet en in de oksels van de nerven zitten witte haartjes. De steunblaadjes aan de bladeren aan de bloeiende korte loten zijn dicht en scherp getand.

De bloemen zijn 0,8-1,5 cm breed. De komvormige kroonblaadjes overlappen elkaar gedeeltelijk. De kelktanden zijn vrij breed en stomp. Er zijn veel meeldraden met paarse helmknoppen, die bij rijpheid zwart worden door het pollen. Er zijn twee, soms drie stijlen, vandaar de naam. Na bevruchting ontstaan circa 1 cm grote eivormige vruchten, de rozenbottels. Tijdens het rijpen verkleuren ze van groen tot donkerrood. De eerste bloeiende meidoorns die je in een gebied aantreft zijn vaak Tweestijlige meidoorns. Eenstijlige meidoorn begint tot twee weken later met de bloei.

Tweestijlige meidoorn komt voor op vrijwel alle vochtige redelijk voedselrijke gronden en heeft ook van nature standplaatsen op de steile, kalkrijke hellingen in Zuid-Limburg. De soort wordt veel aangeplant in heggen en dient daarbij als natuurlijke veekering. Vooral in het Maasheggenlandschap van Noord-Limburg en oost Noord-Brabant is Tweestijlige meidoorn te vinden.

MM_121120

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Meidoorn - Crataegus
Plantvorm:
struik
Plantgrootte:
1.00 - 4.50 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
wit
Bloeiwijze:
tuil
Bloemvormen:
vijftallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 kroonbladen
Meeldraden:
20 of meer
Vruchtbeginsel:
halfonderstandig
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
steenvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, gedoornd
Schors:
ruw, donkerbruin
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
rond, eirond
Bladranden:
gelobd, gezaagd
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Tweestijlige meidoorn is in Nederland zeldzaam in het zuidoosten van het land, langs de grote rivieren en in Drenthe. In België is Tweestijlige meidoorn vrij algemeen. Je vindt Tweestijlige meidoorn meestal in bossen en soms in hagen of op oeverwallen van beekjes. Hij groeit het liefst op keileem, potklei of op kalk (o.a. bij Winterswijk). De soort wordt ook aangeplant in veekeringen en in hagen. Maar dan is er ook vaak sprake van bastaarden van Eenstijlige en Tweestijlige meidoorn of cultuurgewassen uit het buitenland. Deze zijn vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden.

De plantensoort 'Tweestijlige meidoorn' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Je kunt een niet-bloeiende Tweestijlige meidoorn gemakkelijk verwarren met Eenstijlige meidoorn. Tweestijlige meidoorn heeft echter bladeren die minder diep zijn ingesneden. Tweestijlige en Eenstijlige meidoorn kunnen met elkaar kruisen. De zo ontstane bastaarden hebben kenmerken van beide ouders en zijn vaak lastig te onderscheiden.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Tweestijlige meidoorn en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 96-97.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 394. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, H.(Leni) (2020) Heukels' Flora van Nederland: 393.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 730.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Cratáegus láevigata