Video Determinatie

Zegekruid - Nicandra physalodes

Als tuinplant die verwilderd kan zijn buiten tuinen in onze flora kun je Zegekruid, Nicandra physalodes, herkennen aan de blauwe bloemen met een typische kelk, die een beetje opgeblazen om de voet van de kroon zit. Aan de kelk zitten sikkelvormige aanhangsels en als de bes uitgroeit, groeit de kelk mee. Deze blijft de bes omhullen. De planten zijn kaal en de verspreid staande bladeren hebben een grof bochtig getande rand. De plant is giftig.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

De opvallende blauwe bloemen met dikke bolvormige kelken met sikkelvormige aanhangsels aan de kelkbladen horen tot Zegekruid, Nicandra physalodes (L.) Gaertn., uit de Nachtschadefamilie. De eenjarige planten, met een penwortel en zijwortels, hebben rechtopstaande enigszins gegroefde, holle stengels. Aan de stengels staan de bladeren verspreid. Ze zijn donkergroen van kleur hebben een veernervig nervensysteem een breed langwerpige vorm en de bladrand is grof getand. Stengel en bladeren zijn kaal. Op de rand van de bladeren zie je zwarte punten.

Boven in de plant, die tamelijk vertakt is, staan in de oksels van de schutbladeren, die veel gelijken op de gewone bladeren, de bloemknoppen. In de knoppen zie je al dat de kelk een typische vorm heeft. De vijf kelkbladen vormen op doorsnede een soort ster. Dit komt doordat de kelkbladen naar binnen toe gebogen zijn en de randen van de kelkbladen tegen elkaar aan zitten. Ze zijn vergroeid. Onder aan de knoppen zitten sikkelvormige aanhangsels, maar let erop dat eigenlijk een aanhangsel is samengesteld uit de twee aanhangsels van twee naast elkaar zittende kelkbladen. Als je de kelkbladen voorzichtig van elkaar scheidt merk je op dat elk kelkblad twee aanhangsels heeft. De kroonbladen zijn eveneens vergroeid en hebben een overwegend blauwe kleur. Er zijn lichte vlekken te zien op de kroonbladen, maar naar de voet toe hebben ze donkerblauwe vlekken. De vijf meeldraden zijn op de kroonbladen ingeplant. Er is een bovenstandig vruchtbeginsel met een stijl en stempel.

Na bevruchting groeit het vruchtbeginsel uit tot een besvormige vrucht die verborgen blijft in de naar beneden hangende uitgegroeide kelk, een zogenaamde vruchtkelk. De kleur van de bolvormige bes is geelgroen of bruinachtige tot paarsbruin. Als je de vrucht dwars doorsnijdt kun je zien dat hij uit meerdere hokken bestaat. De zaden verkleuren naar bruin en hebben een wat gerimpeld oppervlak. Ze blijven lang kiemkrachtig en planten, die bijvoorbeeld in het buitengebied gevonden worden, kunnen afkomstig zijn van door de mens verspreid zaad van jaren her.

Zegekruid is vooral bekend als tuinplant maar verwildert uit tuinen en kan dan in de wilde flora inburgeren. Je vindt de soort dan op plekken waar menselijk handelen van invloed is. Dit zijn zogenaamde ruderale plaatsen, zoals rivieruiterwaarden en akkerranden. Het is een giftige plant. De opnamen die we gemaakt hebben stammen uit de uiterwaarden van de Maas bij Itteren, uit de heemtuin van het CNME in het Jekerdal in Maastricht en uit de stedelijke omgeving waar de plant als echte stoepplant te vinden  is.

MM_140822

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Nicandra - Nicandra
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.25 - 1.25 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
blauw
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvorm:
trompetvormig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kelkbladen, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
5 vergroeid met de kroonbladen
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
bes
Zaden:
bolvormig
Stengels:
hol, rechtopstaand, gegroefd
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
eirond, langwerpig, ruitvormig
Bladrand:
grof bochtig getand
Ondergronds deel:
penwortel
Plantengemeenschappen:

Het oorspronkelijk areaal van Zegekruid is Zuid-Amerika. Zoals veel soorten uit de Nachtschadefamilie is de soort, waarschijnlijk vanwege de sierlijke bloemen, na de ontdekking van dit werelddeel aan het eind van de 15de eeuw, in Europa ingevoerd. En wel als tuinplant. Uit tuinen verwildert de plantensoort en komt zo in onze flora, waar ze kan inburgeren. Doordat de zaden jarenlang kiemkrachtig blijven kan de plant zo nu en dan weer gevonden worden. Een enkele keer kun je ze zelfs in de stad vinden langs huizenwanden.

De plantensoort 'Zegekruid' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Let erop dat de planten van deze soort giftig zijn.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Zegekruid verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 185.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 482-483. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 592.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 858.

In het Duitse taalgebied heet Zegekruid Giftbeere; Rothmaler, W. (1981) Exkursionsflora für die Gebiete der DDR und der BRD. Band 2 Gefässpflanzen, 10e druk: 362.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Nicándra physalódes.