Video Determinatie

Zeeraket - Cakile maritima

Op de eerste duinenrij langs de kust is op het vloedmerk een vlezige niet stekelige plant te vinden met mooie lila kruisbloemen. Het is de Zeeraket, Cákile maríta. De soort is met zijn dikke sappige stengels en vlezige bladeren uitstekend aangepast aan het droge, winderige en zoute milieu. Ook in de binnenduinen tussen het Helm, en soms op heel andere plaatsen waar dan ongetwijfeld duinzand met zaad is aangevoerd kun je Zeeraket vinden.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Op de vloedlijn aan het strand in de zeereep, maar ook elders in de duinen kun je de Zeeraket, Cákile maríta Scop., uit de Kruisbloemenfamilie vinden. De éénjarige planten met hun lila tot paarse kruisbloemen zijn uitstekend aangepast aan het droge, winderige milieu waarin ze leven. De bladeren en stengels hebben een vlezig uiterlijk dat een gevolg is van de dikke waslaag die verdamping helpt tegenhouden.

De stengel van Zeeraket is vertakt, dik en sappig, waardoor deze veel kostbaar water kan vasthouden. De vlezige bladeren hebben een verkleind oppervlak doordat ze diep zijn ingesneden en daardoor een veerdelig uiterlijk hebben. Door op deze wijze hun oppervlak beperkt te hebben is de verdamping via de huidmondjes gering. Hoger in de plant neigen de bladeren zelfs naar een lijn-lancetvorm.

Bovenaan de vertakkingen ontstaan armbloemige trossen. De kruisbloemen hebben vier kroonbladen van zo'n 6 tot 10 mm lang, waardoor de doorsnede van de bloemen tot 1,5 cm bedraagt. De kleur is meestal zacht lila, maar kan variëren van wit tot paars. De naar honing ruikende bloemen trekken met hun nectar allerlei insecten aan, die voor de bestuiving zorgen, zoals dat ook te zien is in de video.

Het zijn viermachtige bloemen, dat wil zeggen dat je 6 meeldraden vindt, waarvan er 4 langer zijn dan de twee andere korte. Het bovenstandig vruchtbeginsel met stijl en stempel groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een hauwtje. De vruchten zijn ongeveer tweemaal zolang als breed en je kunt vaak goed zien dat het een tweedelige vrucht is. Het bovenste deel, eigenlijk de snavel van het hauwtje, dat de vorm heeft van een kantige peer bevat een zaad, het onderste soms ook. Het bovenste deel breekt bij rijpheid af en kan door zeewater meegenomen worden. Het heeft een goed drijfvermogen door de kurkachtige vruchthuid. Maar ook de krachtige wind kan de aan het eind van het groeiseizoen afstervende plant met de onderste delen van de vruchten verspreiden. Op die manier wordt de soort langs de kust verspreid. Als er dan vruchten met zaad op de vloedlijn worden afgezet, of een ouderplant ergens vast komt te liggen door het overwaaiende zand kunnen nieuwe kiemplanten ontstaan.

Zeeraket neemt zoet water op dat in de duinen via neerslag binnensijpelt. Bovenaan de vloedlijn, waar het vloedmerk het hoogste bereik van het zeewater aangeeft, is de hoeveelheid zout beperkt, terwijl er wel een lens van zoetwater gevormd wordt bovenop het zoute grondwater. Zeeraket kan elders voorkomen en dat is dan meestal te danken aan het verplaatsen van duinzand met daarin zaad naar elders.

MM_121122

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Cakile - Cakile
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
lila, wit
Bloeiwijze:
-
Bloemvormen:
viertallig, regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 kelkbladen, 4 kroonbladen
Meeldraden:
6 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
hauwtje
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, glad
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
ingesneden, samengesteld
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Zeeraket is goed aangepast aan het milieu aan de kust. Het verspreidingsgebied omvat de kuststreken van West Europa en van de Middellandse zee. Van Noord-Scandinavië tot Madeira en tot in Zuid-Iran toe. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland wordt Zeeraket beschreven als een kensoort van de

22 Klasse der Vloedmerkgemeenschappen

22Ab1 Associatie van Loogkruid en Zeeraket;

23Aa1 Biestarwegras-associatie

De plantensoort 'Zeeraket' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Het vloedmerk is langs de kust, maar ook wel langs rivieren, te herkennen als een lint, waar nogal wat organisch materiaal wordt afgezet bij de hoogste waterstanden. Het bestaat onder meer uit aangespoeld wier en hout. De organische stoffen verteren door de inwerking van micro-organismen en schimmels en de grond is daardoor op zo'n plek stikstofrijk, met bovendien een zoetwaterlens bovenop het zoutbevattende grondwater. Het is voor een aantal eenjarige soorten, zoals Zeeraket en Loogkruid een ideale standplaats. Ze hebben voor hun eenjarige groeicyclus immers veel meststof nodig.

Uitgebreidere informatie over de ecologie van Zeeraket en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 50.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 438. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 473.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 540.

Uitspraakaccenten wetenschappelijke naam: Cákile marítima.
In het Duitse spraakgebied: Meersenf, Kreuzblütengewächse.