Video Determinatie

Snavelzegge - Carex rostrata

Snavelzegge, Cárex rostráta, is een zeggesoort die als hij in bloei en vrucht staat gemakkelijk is te herkennen aan de tamelijk dikke vrouwelijke aren. De kale urntjes met de min of meer ronde nootjes daarin staan doordat ze tegen elkaar drukken nogal loodrecht op de aar-as. Het onderste schutblad van de bloeiwijze is korter dan de hele stengel.

De plant kan met zijn wortelstokken hele vlakken bedekken en ook gedeeltelijk in water staan; de blauw-grijze kleur maakt de soort goed kenbaar.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Onder de Zeggen met vrouwelijke bloemetjes met drie stempels hoort onder meer de Snavelzegge, Cárex rostráta Stokes. De stengels van deze Zegge zijn stomp driekantig en glad. De bladeren zijn smal, 2-5 mm breed, en gootvormig en blauw tot grijsgroen van kleur. De vrij lange, onbehaarde bladeren zijn langer dan de stengel.

Ook de bladschede is kaal. Op de overgang van bladschede en bladschijf is een vliezig, stomp tongetje zichtbaar.

Bovenin de meerarige bloeiwijze staan ten minste twee of soms meer aren met uitsluitend mannelijke bloemen. Daaronder staan de aren met vrouwelijke bloemen. De kale urntjes waarin zich driekante nootjes ontwikkelen staan recht af van de centrale as. Daardoor zijn deze aren tamelijk dik. De urntjes zijn 3-5 mm lang en versmallen plotseling in een behoorlijk lange snavel met twee duidelijke tanden van wel 1 tot 1,5 mm. Het onderste schutblad van de bloeiwijze is korter dan de hele bloeiwijze. Daarin onderscheidt de Snavelzegge zich van de Blaaszegge.

Snavelzegge heeft ondergronds een uitgebreide wortelstok en een plant kan behoorlijk grote oppervlakten bedekken. Je vindt de soort langs waterkanten, in en aan vennen, moerassen op zand- en veengrond.

MM_121123

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Zegge - Carex
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.30 - 0.60 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
bruin, groen
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
cypergrassenbloem
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
1 kroonbladen
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
3
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, glad, driekantig
Schors:
-
Bladstand:
in drie rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het areaal is de koude en gematigde zone van het noordelijk halfrond; het verspreidingsgebied in Nederland is vooral te zoeken in het Drentsdistrict en in het aansluitend Laagveengebied van Zuid-Friesland. Ook in de Hatertse Vennen bij Nijmegen op de pleistocene zandafzettingen vinden we de soort. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijven Snavelzegge als een belangrijke soort in

08Bc4 Associatie van Noordse zege

10Aa1 Waterveenmos-associatie

10Aa3 Veenbloembies-associatie

10Ab1 Associatie van Draadzegge en Veenpluis

De plantensoort 'Snavelzegge' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Snavelzegge is gebonden aan een nat milieu; als de bodem waarop ze staat te ver uitdroogt legt de soort het loodje; ook beschaduwing is ongunstig, bijvoorbeeld als er opslag van houtige gewassen optreedt.

Nog meer informatie over de ecologie van Snavelzegge en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 305.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 156. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 168.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 251.