Video Determinatie

Grof hoornblad - Ceratophyllum demersum

In tamelijk voedselrijke wateren tref je de in het water zwevende donker groene planten aan van Grof hoornblad, Ceratophyllum demersum. Aan de stengels tref je zijstengels aan waaraan de in kransen staande bladeren staan ingeplant. Deze bladeren zijn 1-2 maal gaffelvormig vertakt en de eindslippen zijn stekelig getand.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

In veel wateren tref je het donkergroene Grof hoornblad, Ceratophyllum demersum L., uit de Hoornbladfamilie aan.

De drijvende planten hebben een lengte van 60 tot 90 cm en aan de stengel zitten zijstengels met daaraan kransvormig geplaatste bladeren. Deze bladeren zijn gaffelvormig gedeeld. Meestal 1 tot 2 maal gaffelvormig. De draadvormige bladeren zijn lijnvormig, nogal stijf en de tanden van de gaffels zijn dicht stekelig getand.

Tijdens de bloei ontwikkelen zich op dezelfde plant in de oksels van de bladeren hetzij mannelijke hetzij vrouwelijke bloemen. De bloemen bestaan uit een 10 tot 12 slippig bloemdek en binnen dit bloemdek staan rond de twintig meeldraden met korte helmdraden ingeplant danwel in de vrouwelijke bloem één bovenstandig vruchtbeginsel met een stijl en stempel. De pollen worden vrijgegeven in het water en via het water kunnen ze het stempel bereiken. Na de bevruchting ontstaat een dopvrucht en na het uitgroeien blijft naast een lange stijlrest twee of drie ongeveer even lange doorns aan de vrucht achter.

Verspreiding van de plantensoort geschiedt ook doordat stukken van de planten kunnen afbreken door golfslag en zo verder kunnen worden meegenomen. Ook worden stukken plant door watervogels aan hun poten meegenomen en aldus verspreid.

Tegen de winter vormen de planten dichtbebladerde spruiten, die naar de bodem zinken, daar overwinteren, en in het nieuwe voorjaar weer uitgroeien tot nieuwe planten. Het zijn dus langlevende meerjarige planten.

MM_130917

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Hoornblad - Ceratophyllum
Plantvorm:
waterplant
Plantgrootte:
0.60 - 0.90 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
groen
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvorm:
-
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
10 bloemdek
Meeldraden:
20 of meer
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengel:
drijvend
Schors:
-
Bladstand:
in kransen
Bladvormen:
lijnvormig, ingesneden
Bladrand:
getand
Ondergronds deel:
geen
Plantengemeenschappen:

Grof hoornblad is een kosmopolitische soort. We treffen de algemene soort aan in zeer voedselrijk water dat stilstaat of zwak stromend is. Niet alleen in zoet water maar ook in zwak brak niet te zilt water. Er moet geen directe instraling van de zon zijn, schaduw verdraagt de plant dus heel goed. Ook troebeling van het water is geen probleem. De opnamen van Grof hoornblad hebben we gemaakt in een poel in het Maasheggengebied bij Vortum Mullem. Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland beschrijven de positie van Grof hoornblad in de volgende plantengemeenschappen

01Aa1 Associatie van Bultkroos en Wortelloos kroos

01Aa2 Associatie van Veelwortelig kroos

05Ba3 Associatie van Witte waterlelie en Gele plomp

05Bb1 Krabbenscheer-associatie

05Bc3 Associatie van Stijve waterranonkel

De plantensoort 'Grof hoornblad' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Er zijn twee vermeldenswaardige bijzonderheden te noemen. Allereerst het feit dat de planten onder water de bevruchting uitvoeren. In de mannelijke bloemen zitten 10 tot 25 meeldraden met een getand helmbindsel. Aan één kant hiervan vind je twee helmknoppen. Rijpe meeldraden laten los en drijven door de vorming van gasbelletjes naar het wateroppervlak. Daar drijven ze met behulp van het helmbindsel met de helmknoppen naar benden in het water. Deze openen zich en pollenwolkjes komen in het water en bevruchten de vrouwelijke bloemen. Dit is een wel heel uitzonderlijk mechanisme, aangezien pollenkorrels bij aanraking met water normaalgesproken barsten. Bevruchte vruchtbeginsels groeien uit tot dopvruchten, die zwaarder zijn dan water en naar de bodem zinken.

Een tweede bijzonderheid is dat de planten met heel weinig licht toch een snelle assimilatie en dus groei kennen. Ze nemen veel CO2 op uit het carbonaat in het water, waardoor het water basischer wordt en calcium en magnesiumzouten neerslaan op de planten. Dat leidt ertoe dat je vaak op de planten een kalkachtige korst kunt vinden.

Waterwaaier, Cabomba caroliniana, met name de fijne draadvormige bladvorm, lijkt erg veel op Grof hoornblad. De bladeren staan i.t.t. bij Grof hoornblad tegenover elkaar aan de tot enkele meters lange in de bodem wortelende stengels. Waterwaaier is echter een invasieve exoot die veel problemen veroorzaakt in onze sloten met langzaam stromend water. Als de Waterwaaier bloeit heeft hij kleine witte of lichtgele zestallige bloemen. Dan is deze soort ook goed te onderscheiden van Grof hoornblad.

Meer informatie over de ecologie van Grof hoornblad en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 220.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 246. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 297.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 399. In deze flora wordt Grof hoornblad nog Gedoornd hoornblad genoemd naar de twee doorns aan de dopvrucht.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Ceratophýllum demérsum.