Video Determinatie

Boskortsteel - Brachypodium sylvaticum

Boskortsteel tegen komen is een aparte belevenis. Deze soort is in de rijkere bossen van Nederland te vinden. Rijker in de betekenis van matig rijk aan voedingsstoffen, op de betere bodems, rijk in de betekenis van soortenrijk. Het gras is onder andere te vinden in Beukenbossen en Eiken-Haagbeukenbossen, vaak langs de paden door het bos. In de bloeitijd is het een in sierlijke in pollen groeiende plant. Het valt vooral op door de beharing van knopen, bladschede en bladschijf, en door de vrijwel ongesteelde (of zeer kort gesteelde) veelbloemige aartjes.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Boskortsteel of Brachypodium sylvaticum (Huds.) P.Beauv. is een inheemse, overblijvende grassoort uit de Grassenfamilie of Poaceae. De plant wortelt oppervlakkig en maakt met korte wortelstokken grote dichte pollen. De rechtopstaande, aan de top wat overhangende, halmen kunnen tot ruim 1 m hoog worden (0,5-1,2 m).

De bladeren zijn relatief breed, 0,5-1 cm, donkergroen, met zwakke ribben. Bladschede en bladschijf zijn sterk behaard. Het blad is overhangend waarbij de onderzijde naar boven gericht is (vergelijkbaar met Bosgierstgras). De onderzijde vertoont een lichte, bijna witte, middennerf. Deze is vooral opvallend als een oplichtende streep wanneer het blad enige tijd droogt. Het tongetje is tot 4 mm lang en stomp.

De bloeiwijze is een echte aar, je kunt spreken van een aarvormige tros. De korte zijassen zijn maar 2 of hoogstens 3 mm lang. De meer dan 2 cm lange aartjes staan dan ook vrijwel ongesteeld op de hoofdas ingeplant. Er staan meestal rond de tien (4-12) aartjes aan de halm. Op doorsnede zijn de aartjes niet plat als bij Engels raaigras, maar ovaal-rond. De bloeitijd is juli tot augustus.

Ieder aartje telt wel 8 tweeslachtige bloemen (soms ook meer, tot 16 stuks). Wanneer je een van de kleine bloemen opent of een openstaande bloem bekijkt kun je zien dat er 3 meeldraden aanwezig zijn en dat het bovenstandig vruchtbeginsel aan de top behaard is. De lemma's, dat zijn de buitenste kroonkafjes, dragen lange kafnaalden. Meestal is de kafnaald even lang als het kafje. Aan de top van het aartje neigen deze kafnaalden naar elkaar toe. De halm is rank en aan de top is de aar enigszins overhangend, dit gras maakt dan ook een sierlijke indruk.

GB_130923

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Kortsteel - Brachypodium
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.50 - 1.20 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
groen
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
2 kelkkafje, 2 kroonkafje
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengels:
hol tussen de knopen, rechtopstaand
Schors:
-
Bladstanden:
in pollen, in twee rijen
Bladvorm:
lijnvormig
Bladranden:
gaaf, behaard
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

In Nederland is Boskortsteel als een algemene soort te vinden in bossen van Midden- en Zuid-Limburg. Verder weliswaar minder algemeen vind je het gras langs de grote rivieren en in de Pleistocene delen van Twente en Achterhoek. In België komt de soort algemeen of verspreid voor in de meer zuidelijke provincies. De plantensoort komt voor in grote gebieden van Europa, behalve in Noord-Scandinavië, verder in Noordwest-Afrika en in de meer gematigde klimaatzones van Azië. Volgens Schaminee et al. (2000) Veldgids Plantengemeenschappen, is Boskortsteel een kensoort van de

43 Klasse Eiken- en Beukenbossen op voedselrijke grond. In sommige subassociaties van het

43Ab1 Eiken-Haagbeukenbos komt de soort met een hoge abundantie voor. Verder vinden we de soort in de plantengemeenschap:

37Ac5 Associatie van Hazelaar en Purperorchis

De plantensoort 'Boskortsteel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Soorten uit het geslacht Kortsteel (Brachypodium) worden als van geen waarde beschouwd voor agrarisch gebruik.

Meer informatie over de ecologie van Boskortsteel en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 126.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 234. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 243.

Determinatie is ook goed mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 23ste druk: 857.

Uitspraak wetenschappelijke naam: Brachypódium sylváticum.