Video Determinatie

Bosandoorn - Stachys sylvatica

Vooral in de randen en op lichtbeschaduwde plaatsen in onze rijkere loofbossen valt de Bosandoorn, Stachys sylvatica op. De overblijvende plant bloeit met donker paars-rode lipbloemen die in de schijnkransen van de aarvormige bloeiwijzen staan aan het eind van de vertakte stengels en zijstengels. De sterk naar netels geurende planten hebben grote netelvormige bladeren die allemaal een steel hebben en kruisgewijs aan de vierkante stengel geplaatst staan.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

In onze voedselrijke Eiken- en Beukenbossen en in het struweel dat daaruit kan ontstaan kun je de Bosandoorn, Stachys sylvatica L., uit de Lipbloemenfamilie aantreffen. Het is een sierlijke tot 1 meter hoog wordende behaarde plant die tijdens de bloei fraaie donker rode tot paarsrode lipbloemen heeft die in armbloemige schijnkransen staan in de aarvormige bloeiwijze. Deze bloeiwijze is in het onderste deel vaak onderbroken en de schijnkransen zitten daar in de oksels van gewone bladeren terwijl boven in de aar schutbladen staan die kleiner zijn dan de bloemkronen.

Het is een overblijvende plantensoort waarvan de vierkante stengel in de bovenste helft vertakt is; daardoor heeft de plant een aantal bloeiwijzen die samen op een meerarmige kandelaar lijken. Alle bladeren hebben een bladsteel en de lengte van de bladsteel van de middelste en de bovenste bladeren bedraagt een kwart tot de helft van de totale lengte van bladsteel plus bladschijf. De bladvoet is diep hartvormig, de top toegespitst en de rand van de bladeren is gezaagd.

De vijftandige regelmatige kelk heeft talrijke klierharen. De tweelippige bloemkroon heeft een gewelfde bovenlip waaronder de vier meeldraden staan. Ook stempel en stijl vind je onder de bovenlip. De onderlip heeft een brede middenslip en twee zijslippen. De tekening op de onderlip fungeert als honingmerk voor de bezoekers die voor de bestuiving zorgen en de bevruchting tot stand brengen. Uit het vierhokkig bovenstandig vruchtbeginsel ontwikkelt zich de vierhokkige splitvrucht met zaden. Als de helmhokken hun pollen hebben afgegeven aan bezoekende insecten als bijen en hommels buigen de langste twee helmdraden tot onder de bovenlip vandaan.

Met zijn ondergrondse uitlopers staat de Bosandoorn meestal in de wat losse, vochtige en voedselrijke bodemlaag op de meer compacte onderlaag, op licht tot matig beschaduwde plaatsen in onze loofbossen en struweelranden. In de bossen staat de soort bij voorkeur in de zomen langs paden. Ook op de hogere delen van beekdalen vind je de plant.

Het areaal of verspreidingsgebied van de Bosandoorn is Europa met uitzondering van de meest noordelijke en zuidelijke randen en aansluitende gebieden in de Kaukasus en Centraal Azië.

MM_120614

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Andoorn - Stachys
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.50 - 1.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
paars, rood
Bloeiwijze:
schijnkrans
Bloemvormen:
tweezijdig symmetrisch, tweelippig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
4 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
splitvrucht
Zaden:
-
Stengels:
hol, rechtopstaand, vierkantig, behaard
Schors:
-
Bladstanden:
tegenoverstaand, kruisgewijs
Bladvormen:
eirond, hartvormig, driehoekig
Bladrand:
gezaagd
Ondergronds deel:
rhizoom/ wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het areaal van Bosandoorn omvat Europa en de aansluitende gebieden in de Kaukasus en Centraal Azië. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland wordt de plaats van Bosandoorn beschreven in de

37Ac5 Associatie van Hazelaar en Purperorchis

43 Klasse der voedselrijke Eiken- en Beukenbossen

De plantensoort 'Bosandoorn' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Opmerkelijk is de sterke netelgeur die Bosandoorn verspreid.

Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Bosandoorn verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 164.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 507. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 615-616.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 924.

Uitspraak wetenschappelijke naam: Stáchys sylvática.

In het Duitse taalgebied: Wald-Ziest, Lippenblütengewächse.