Video Determinatie

Atlasceder - Cedrus atlantica

Een statige boom, die je vaak aangeplant vindt in parken en grote tuinen bijvoorbeeld van kloosters, is de Atlasceder. De boom is te herkennen aan de in bundels geplaatste grauwgrijze naalden en de typische grijze schors die door groeven uit plaatjes lijkt te bestaan. De Atlasceder gaat, als hij een flink aantal jaren oud is, bloeien in het najaar en wel in de maanden september en oktober. Een volwassen boom produceert heel veel matig allergeen pollen en veroorzaakt vaak een deken van pollen in zijn omgeving.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Ceders zijn prachtige, statige bomen (40-50 m soms tot 60 m hoog) die van oorsprong niet in onze natuurlijke flora voorkomen. Ze zijn steeds aangeplant. We kunnen onder deze aangeplante bomenuit de Dennenfamilie (Pinaceae) een drietal verschillende soorten onderscheiden, de Libanonceder, de Atlasceder en de Himalayceder. De tweede wordt door sommige botanici overigens vaak beschouwd als een westelijke ondersoort van de eerste uit het Atlasgebergte. Sinds het midden van de zeventiende eeuw is de Libanonceder regelmatig aangeplant in parken en grote tuinen en vormt daar vaak een zeer in het oogvallende trekpleister. De Himalayceder en de Atlasceder kennen we in ons land sinds het eerste kwart van de negentiende eeuw.

De Himalayaceder heeft een gebogen topscheut en lange zachte blauwgroene naalden die net als bij de twee andere soorten in opvallende bundels of toefen staan. De Libanonceder en Atlasceder hebben geen hangende topscheut. De eerste heeft een brede kroon, terwijl de kroon van de Atlasceder slanker is. Van deze laatste bestaat een variant met tamelijk blauwgrijs gekleurde naalden, die nogal veel wordt aangeplant.

De bloei van de Ceders vindt plaats in het najaar als de slanke kegeltjes met mannelijke bloemen en de bolvormige kegels met vrouwelijke bloemen gereed zijn. Uit de mannelijke kegeltjes kunnen miljoenen, tamelijk allergene, pollen vrijkomen die aan de lucht worden vrijgegeven. Via de lucht kan pollen dan de vrouwelijke bloemen in de kegels bevruchten. Na een rijpingstijd van ruim een jaar zijn de zaden gerijpt en vallen de bolvormige vrouwelijke kegels uit elkaar. De spil van de kegel blijft dan nog enige tijd zichtbaar rechtop aan de boom staan.

Het geurige hout van de Ceder werd vanwege zijn goede kwaliteit in de oudheid al gebruikt voor de bouw van paleizen en tempels. Uit de bijbel is bekend dat koning Salomon de Ceders van de Libanon gebruikte voor de bouw van de tempel in Jeruzalem.

MM_110508

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Ceder - Cedrus
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
2.00 - 40.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
bruin, groen
Bloeiwijze:
kegel
Bloemvorm:
nvt
Bloemtype:
eenslachtig
Bloembladen:
-
Meeldraden:
-
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
kegel
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
gegroefd, grijs
Bladstand:
in bundels
Bladvorm:
naaldvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hartwortelstelsel
Plantengemeenschap:
-

Alle Ceders die je in Nederland en België aantreft zijn aangeplant. Het zijn soorten die hier niet van nature voorkomen.

De plantensoort 'Atlasceder' komt voor in de volgende plantenassociaties:

In de Oudheid werden Ceders gebruikt voor de bouw van paleizen en tempels.

Een gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 198.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Cédrus atlántica