Video Determinatie

Zeepkruid - Saponaria officinalis

De vaak in grote groepen, rechtopstaande planten van Zeepkruid, Saponaria officinalis bloeien midden in de zomer met als hoogtepunt de maand augustus. De planten hebben voor een soort uit de Anjerfamilie grote bloemen die van wit tot donker roze kunnen kleuren. Ze geuren ook heel sterk zowel overdag als 's nachts en trekken dan ook allerlei langtongige insecten zoals vlinders en nachtvlinders aan die voor de bestuiving en bevruchting zorgen. De helmknoppen zijn eerder rijp dan de stempels, zodat zelfbestuiving voorkomen wordt.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Zeepkruid, Saponaria officinalis L. (SL1139), is een opvallende soort uit de Anjerfamilie. Hij valt op door de in de volle zomer rijk bloeiende bloeiwijzen met witte tot soms licht roze bloemen. De bloeiwijze bestaat uit een tweetakkig bijscherm, maar door de beperkte lengte van de bloemstelen doet deze meer aan een tros of tuil denken. De langer dan 6 mm vergroeide kelken zijn kaal of behaard, vormen een rolronde buis en hebben 15 tot 25 opvallende nerven. Er zijn geen vleugellijsten op de nerven en ook zijn er geen schubben aan de voet van de kelk.

Boven de vergroeide kelk steken de platen van de grote kroonslippen uit. De bloemen zijn wel 3-4 cm in doorsnee. Op de overgang van nagel (het gedeelte van het kroonblad binnen de kelk) naar plaat, het uitstaande meer brede deel van het kroonblad, vind je een in tweeën gedeeld, rechtopstaand aanhangsel. Op het bovenstandig vruchtbeginsel van de altijd tweeslachtige bloemen staan 2 stijlen. Dat wijkt af van de meeste soorten uit de Anjerfamilie die 3 of 5 stijlen hebben. In de bloemen zit veel nectar en ze worden dan ook druk bezocht door allerlei insecten, waaronder vlinders die de nectar met hun lange tong opzuigen en pollen overbrengen van de ene bloem naar de andere en zo voor de bevruchting zorgen. Sommige korttongige hommels kunnen niet op een normale manier bij de nectar komen en boren onder in de kelk gaten om op die manier de nectar te kunnen bereiken. Ze zorgen dan niet voor bestuiving en we noemen dit verschijnsel dat je ook bij Gewone smeerwortel ziet inbraak.

De tot 70 cm hoog wordende planten hebben rechtopstaande, kale stengels, die iets ruw kunnen aanvoelen. De zonder bladsteel zittende en tegenoverstaande bladeren hebben een elliptische tot langwerpige vorm en een gave rand. De bladeren hebben geen steunblaadjes.

Zeepkruid groeit bij voorkeur op licht vochtige tot natte, kalkhoudende omgewerkt zandige grond, in ruigten, zoals hier in de video-opnamen, op rivierduinen en op spoordijken. De plant wordt veelal in tuinen aangeplant en verwildert daaruit, maar van nature komt hij behoorlijk algemeen voor in de duinen ten zuiden van het Noordzeekanaal.

MM_120920

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Zeepkruid - Saponaria
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.40 - 0.70 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, roze
Bloeiwijze:
bijscherm
Bloemvorm:
regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelktanden, 5 kroonbladen
Meeldraden:
10 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
2
Stempels:
2
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, gevuld, ruw
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvormen:
elliptisch, langwerpig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
wortelstok
Plantengemeenschappen:

Het oorspronkelijk areaal of verspreidingsgebied van Zeepkruid is de zuidelijke helft van Europa, maar als cultuurvolger is de plantensoort verder door de mens naar het noorden verbreid en komt nu door eigen kracht verspreid over het hele noordelijk halfrond voor. In ons land komt de pioniersoort voor in ruigten en in de duinen en wordt door Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, gerekend tot de

31Ca2 Wormkruid-associatie

De plantensoort 'Zeepkruid' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De bloemen van Zeepkruid kunnen een paar dagen achtereen bloeien en verspreiden zowel overdag als 's nachts een zoete geur. De kleur wordt in de loop van de bloeiperiode steeds donkerder. Het is een tuinplant die door de wortelstok flink kan woekeren. In vroeger tijden werd uit de wortelstokken het giftige saponine gewonnen dat opgelost in water net als zeep tot schuimvorming leidt. Geurstoffen uit Zeepkruid worden nog steeds toegevoegd aan zeep.

Jac P. Thijsse heeft veel bloembiologisch onderzoek aan Zeepkruid gedaan.

Meer informatie over de ecologie van Zeepkruid en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 212.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 296. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 534.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 438.

Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Saponária officinális

In het Duitse spraakgebied: Gewöhnliches Seifenkraut, Nelkengewächse.