Video Determinatie

Vlottende waterranonkel - Ranunculus fluitans

In snelstromend, helder en enigszins voedselrijk water kun je in de zomer de witte bloemen boven water zien uitsteken van de Vlottende waterranonkel, Ranunculus fluitans, zoals op de video te zien is De meerjarige plant moet zich stevig kunnen verankeren in de onderwaterbodem en kan dan goed uitgroeien tot 6 meter lang en grote onderwatervegetaties vormen. De witte bloemen met aan de voet van de kroonbladen een gele vlek zijn 2-3 cm in doorsnee en staan op lange bloemstelen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Binnen de Ranonkelfamilie, meer specifiek binnen het geslacht Ranunculus of Boterbloem, onderscheiden we een achttal soorten die weliswaar op het droge kunnen gedijen, maar hun beste ontwikkeling hebben als ze in het water staan. Deze acht soorten hebben in het Nederlands de naam Waterranonkel en werden vroeger wel in een apart wetenschappelijk geslacht Batrachium ingedeeld.

De Vlottende waterranonkel, Ranunculus fluitans Lam., treffen we aan in snelstromende en heldere rivierarmen en kleinere rivieren en grote beken. Het water mag voedselrijk zijn.

Aan de tot wel 6 m lang wordende stengels van deze meerjarige planten vinden we alleen maar draadvormige tamelijk lange en fijne bladeren. Ze liggen niet stijf uitgebreid in de breedte, maar in de lengterichting van het stromende water. De bladeren kunnen tot enige tientallen cm lang worden en zijn meermaals 'vertakt' in steeds fijnere bladdelen: de eerste vertakking is meestal in drie delen gevorkt en verderop steeds in tweeën of gegaffeld. Als je de planten uit het water omhoog tilt, dan lijken de bladeren als penselen samen te vallen. De bladeren zijn even lang of langer dan de leden van de stengels.

De bloemen kunnen lange stelen hebben en daarmee boven de waterspiegel uitsteken. De bloemen zijn 2-3 cm in doorsnee; ze zijn regelmatig van bouw, maar het aantal kroonbladen kan vijf of meer bedragen, tot wel 10 toe. Meestal hebben de bloemen 6 kroon- en kelkbladen. De kroonbladen bedekken elkaar gedeeltelijk. Het onderste deel van het kroonblad, de voet of nagel van het blad, is geel van kleur en op de bloembodem vind je een klein aantal borstelharen tot zo'n 10 toe. Op de voet van de bloemkroonbladen is een omgekeerd eirond honingbakje of -schubje te vinden. Na bevruchting groeien de dopvruchten uit. In een jong stadium kun je met een loep enige beharing op de jonge vruchtjes zien, maar later is die weg.

MM_140802

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Boterbloem - Ranunculus
Plantvorm:
waterplant
Plantgrootte:
0.90 - 6.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
wit, geel
Bloeiwijze:
alleenstaande bloem
Bloemvorm:
regelmatig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkbladen, 5 kroonbladen
Meeldraden:
20 of meer
Vruchtbeginsel:
veel, bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
1
Vrucht:
dopvrucht
Zaden:
-
Stengels:
hol, drijvend
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
hoofd- en bijwortels
Plantengemeenschappen:

Het verspreidingsgebied van de Vlottende waterranonkel is het westen en midden van Europa. Het is een waterplant van snel stromende beken en rivieren, die redelijk cabonaatrijk mogen zijn, en ook enige milieubelasting verdragen mits er voldoende zuurstoftoevoer is. Als de wortels zich goed kunnen verankeren in de bodem, bijvoorbeeld in zandbanken, kan ze behoorlijk uitgroeien en hele vegetaties in het water vormen. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, staat een tweetal plantengemeenschappen beschreven waar de Vlottende waterranonkel een kenmerkende soort van is, namelijk

05Ba1 Associatie van Doorgroeid fonteinkruid

05Ca4 Associatie van Vlottende waterranonkel

De plantensoort 'Vlottende waterranonkel' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Als de groeiplaats van Vlottende waterranonkel droogvalt, wat zelden gebeurt, vormen de plant zeer kleine en gedrongen plantjes die niet bloeien.

De video-opnamen en het overige beeldmateriaal zijn gemaakt in natuurlijke zij-armen van de Rijn in Baden-Württemberg in juni 2014.

Meer informatie over de ecologie van de Vlottende waterranonkel en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 251-252.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 258. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 318.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 475. In deze flora wordt de oude wetenschappelijke naam Batrachium fluitans gehanteerd.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Ranúnculus flúitans.

In het Duitse taalgebied: Flutender Wasserhahnenfuss, Hahnenfussgewächse.