Moerashertshooi - Hypericum elodes

Moerashertshooi kun je gemakkelijk herkennen aan zijn standplaats en groeiwijze. Natte heidevelden, oevers van vennen, uitgeveende plekken, en zure en voedselarme plaatsen hebben de voorkeur van deze plant. Voeg daarbij de behaarde stengel, de tegenoverstaande grijs behaarde min of meer ronde bladeren en de deels liggende groeiwijze, samen met de talrijke opstijgende stengels, waarvan een aantal gele 5-tallige bloemen draagt, en je hebt, zonder veel twijfel, met deze soort te maken.

Andere (bloem-) kenmerken zijn nog dat de kelkbladen, niet de kroonbladen, aan de rand voorzien zijn van rood gesteelde klieren, en dat er drie bundels van meeldraden in iedere bloem te vinden zijn.

Moerashertshooi, Hypericum elodes L. uit de Hertshooifamilie of Hypericaceae, is een overblijvende kruipende plant met vele opstaande stengels. De plant kan op zijn standplaats grote plekken bezetten.
Zowel de stengel als de tegenoverstaande bladeren zijn viltig behaard. De stengels van deze lage plant zijn rond. De soort vormt dichte soms drijvende matten. Dankzij de beharing wordt de plant bij onderdompeling niet nat. De kruipende stengels wortelen op knopen. De bladeren zijn tegenoverstaand, door de beharing grijsgroen, eirond tot rond en half stengelomvattend.
De bloemen groeien in kleine bijschermen vanuit een bladoksel ongeveer vanuit de stengeltop van de opstijgende delen. De lichtgele klokvormige bloemen gaan niet geheel open, alleen in de middag bij voldoende warme zonneschijn. Het aantal kelk en kroonbladen bedraagt 5, de kelkbladen dragen aan de top en langs de rand rode klieren, de kroonbladen zijn onbeklierd. De bloemen dragen vele meeldraden die in 3 groepen geplaatst en deze zijn daarbij in de onderste helft vergroeid. De kroonbladen kunnen wat ongelijk van breedte zijn. Het vruchtbeginsel is harig en staat bovenstandig en draagt één stijl. Aan de voet draagt het vruchtbeginsel enkele tweedelige schubjes. Of hier nectar wordt afgescheiden is onduidelijk.
De kroonbladen blijven de behaarde eenhokkige doosvrucht omhullen, hierin ontwikkelen zich meerdere zaden.
GB_20190401

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Hertshooi - Hypericum
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.10 - 0.50 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
bijscherm
Bloemvorm:
vijftallig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
-
Meeldraden:
-
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengel:
liggend
Schors:
-
Bladstand:
tegenoverstaand
Bladvorm:
enkelvoudig (gewoon blad)
Bladrand:
behaard
Ondergronds deel:
adventieve wortels
Plantengemeenschappen:

Moerashertshooi komt in Nederland voornamelijk in Drente, Twente, Achterhoek, Veluwe, Noord-Limburg en Noord-Brabant voor, in België in de Kempen zeldzaam, in Vlaanderen, Brabant en de Ardennen zeer zeldzaam. Het is een West-Europese plant die ook op de Azoren voorkomt.

Moerashertshooi is een Indicator voor natte matig voedselarme wat zure tot neutrale bodems van en bij vennen, gegraven poelen en greppels. De soort groeit op zand en lemige bodems met weinig carbonaat en fosfaat, vaak waar voedselarm regenwater in contact komt met voedsel- en basenrijk grondwater (kwel).

Het is een kensoort van de Oeverkruid-klasse en het Verbond van Waternavel en Stijve moerasweegbree en komt voor in de associaties:

 [6Ab2] Associatie van Kleinste egelskop;

[6Ac1] Pilvaren-associatie;

[6Ac2} Associatie van Vlottende bies;

[6Ac3] Associatie van Veelstengelige waterbies en in

[6Ac4] Associatie van Waterpunge en Oeverkruid.

De plantensoort 'Moerashertshooi' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Soorten uit de Hypericumfamilie bevatten giftige stoffen die wel onder de naam hypericinen worden aangegeven.Aan deze groep van stoffen worden wel anti-depressieve eigenschappen toegeschreven. Genoemde groep veroorzaakt bij aanraking een overgevoeligheid voor licht. 

Soms worden Griekse herders opgevoerd als verklaring voor de geslachtsnaam. Ze kwamen de gevaarlijke plantenfamilie tegen en wel als groeiend onder de heide en noemden hem daarom hupo-erike. Andere auteurs geven compleet andere verklaringen voor de afleiding van de naam. De soortnaam elodes is het oud-Grieks voor moerassig.

Onze benaming Hertshooi komt voort uit hard hooi en dat wordt duidelijk vanwege de vaak harde stengels bij sommige soorten.

Uitspraak wetenschappelijke naam: Hyperícum elódes.

Nog meer informatie over de ecologie van Moerashertshooi en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2; 197.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 349. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 418.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 434.