Grote kroosvaren - Azolla filiculoides

Op sloten in het westen van Nederland tref je vaak een aaneengesloten laag aan van de Grote kroosvaren, Azolla filiculoides. Als de laag van drijvende varenplanten direct beschenen wordt door de zon, is de kleur vaak roodbruin, maar op beschaduwde plaatsen blijft de kleur groen. Het zijn drijvende planten met dunne sterk vertakte stengels, waar een aantal bladeren aan te zien is en een aantal kleine wortels die in het water hangen. De planten lijken wat op kroos, wat terug te vinden is in de naam.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Onze plant is een weinig typische varen; we hebben het over een volledig vrij drijvende waterplant, Grote kroosvaren, met de wetenschappelijke naam Azolla filiculoides Lam., van de Vlotvarenfamilie (Salviniaceae). Oorspronkelijk komt deze soort voor in warmere (subtropische) delen van oostelijk N- en Z-Amerika en is via Botanische tuinen ingeburgerd en wordt sinds eind 19de eeuw in Nederland aangetroffen. Ondanks de naam ´groot´ is dit een kleine plant, afzonderlijke plant eenheden zijn ongeveer 30 bij 30 mm groot, soms groter. Daarnaast kent deze varen ook nog een bijzondere symbiotische relatie.

Deze kleine plant heeft een sterk vertakte horizontale stengel, waar de zeer kleine bladeren langs geplaatst staan. De afzonderlijke bladeren overlappen elkaar, zijn stomp met een brede membraanvormige rand. Aan de horizontale stengel is een aantal vrijwel onvertakte wortels aangehecht die verticaal in het water hangen (vergelijk Kroos-soorten). De plant is eerst blauwgroen, en wordt, vooral naar het najaar toe, rood van kleur. Omdat kroosvaren zich sterk vegetatief uitbreidt, bedekt deze vaak grote oppervlakken van sloten. Deze massale groei maakt een kroezige indruk. Deze varen komt voor in tamelijk voedselrijk water, zowel zoet als brak, het meest in het westen van het land, maar ook in het Overijssels-Friese laagveengebied. Ook in andere delen, van bijvoorbeeld oost-Nederland, zijn groeiplaatsen bekend. De soort kan alleen op beschutte plaatsen overwinteren.

De bladeren zijn klein, zittend, en staan afwisselend in twee rijen langs de bovenzijde van de stengel. Het blad is opgebouwd uit twee lobben. De grootste en bovenste bladlob van ongeveer 2,5 bij 1,5 mm, steekt omhoog en bevat het bladgroen. In de kleine onderste lob, die het diepst in het water ligt, bevindt zich een holte. In de ruimte van de bladholte bevindt zich een cyanobacterium-soort Anabaena azollae. Grote kroosvaren leeft daarmee in symbiose. Sommige cyanobacteriën, waaronder deze Anabaena, zijn in staat stikstof uit de lucht te binden. Dit komt niet alleen de bacterie ten goede, ook de varen kan de stikstofverbindingen gebruiken voor zijn eigen dieet.

Sporenkapsels zijn te vinden onder de eerste bladeren van een zijstengel. Ze worden bij Azolla en verwante soorten Sporocarp genoemd, ze zijn bolvormig en omgeven door een vlies. Microsporocarpen bevatten microsporangia, megasporocarpen megasporangia.

Wanneer je vanuit de trein van bijvoorbeeld Utrecht naar den Haag de polders doorkruist, kun je vaak sloten zien die geheel met een soort plantachtig ruw oppervlak bedekt zijn. Vooral in de nazomer en herfst zijn de planten opvallend roodachtig van kleur, dit zijn de typische groeiplaatsen voor Grote kroosvaren.

GB/120219

Laatste wijziging 131230

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Kroosvaren - Azolla
Plantvorm:
sporenplant
Plantgrootte:
0.01 - 0.05 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
-
Bloeiwijze:
sporenkapsel
Bloemvorm:
nvt
Bloemtype:
-
Bloembladen:
-
Meeldraden:
-
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
-
Zaden:
-
Stengels:
drijvend, glad
Schors:
-
Bladstanden:
verspreid, in twee rijen
Bladvorm:
eirond
Bladrand:
omgerold
Ondergronds deel:
primaire wortel
Plantengemeenschappen:

De Grote kroosvaren is afkomstig uit Zuid-Amerika en is vooral in het westen te vinden. Het is een soort die volgens de Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland van Schaminée, J. et al. (2010) een belangrijk onderdeel is van de

01Aa1 Associatie van Bultkroos en Wortelloos kroos

De plantensoort 'Grote kroosvaren' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De Grote kroosvaren, zoals deze nu in ons land voorkomt, is afkomstig uit Zuid-Amerika. Het is overigens vermeldenswaard om erop te wijzen dat in het Pleistoceen een aantal Kroosvarensoorten alhier inheems zijn geweest. Zelfs is bekend dat de soort in de ondergrond van de Noordpool streken is gevonden. Het verschuiven van continenten, de grote klimaatschommelingen en dergelijke blijken een grote invloed te hebben op het voorkomen van soorten op verschillende, soms erg onverwachte, plekken op onze planeet aarde.

Meer informatie over de ecologie van de Grote kroosvaren en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 53.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 58. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 69.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 177.

Haveman, R. et al. (2021) Nova Flora Neerlandica, deel 1 Wolfsklauwen, Biesvarens, Paardestaarten en Varens. KNNV Uitgeverij: 93-95.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Azólla filiculoídes.