Video Determinatie

Engels raaigras - Lolium perenne

Een heel veel voorkomend zoden-vormende gras in gazons, graslanden, sportvelden, weilanden en natuurlijke graslanden is Engels raaigras, Lolium perenne. Het is in bloeiende toestand heel gemakkelijk te herkennen aan de platte aar, waarin de aartjes stevig zitten aangedrukt tegen de as of de spil van de aar. Als je er met twee vingers over heen voelt, voel je weinig of geen weerstand. in tegenstelling tot de aar van de Kweek, waarbij de aartjes een kwart slag gedraaid zitten op de as. In goed onderhouden tuinen, waar het gazon minimaal een maal in de week wordt gemaaid, zul je de aren van Engels raaigras niet vaak vinden: ze worden voordat ze uitgegroeid zijn afgemaaid.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Engels raaigras, Lolium perenne L., is een dichte zoden-vormende, overblijvende soort uit de Grassenfamilie.

Het komt van nature en vooral als voedergewas uitgezaaid in Nederland voor. Omdat het goed bestand is tegen betreding door mens en dier, wordt het ingezaaid in weilanden, sportvelden en speelgazons. Het komt door deze eigenschap ook van nature voor in allerlei tredplantsituaties in bermen, paden, ruigten en ruderale stedelijke omgevingen.

Engels raaigras heeft niet alleen veel scheuten zonder bloeiwijzen, maar kan ook rijkelijk bloeien met platte, smalle aren. De aartjes met vijf tot zeven grasbloemetjes zitten met een kant tegen de as van de bloeiwijze aangedrukt. Daar missen ze het kelkkafje. Je vindt derhalve bij elk aartje slechts een kelkkafje en wel aan de buitenzijde. Alleen het bovenste aartje op de top van de spil heeft twee kelkkafjes. De kroonkafjes zijn zonder kafnaald, wat het gras gemakkelijk te onderscheiden maat van Italiaans raaigras, dat tot een cm lange kafnaalden heeft. De spil van de bloeiwijze is tussen de aartjes zichtbaar als een gladde zigzagvormige as. Als je langs een aar strijkt voelt die vlak aan.

De stengel van Engels raaigras is kaal. Niet geheel rolrond, maar voelt een beetje plat aan. Op de overgang van bladschede (dat is het deel van het blad dat om de steel heen zit) naar de lijnvormige bladschijf staat een vliezig tongetje van 1 mm of iets langer; ook vind je daar oortjes, uitstekende kleine aanhangsels van de bladschijf, die om de stengel heen zitten. Het blad is sterk glanzend aan de onderzijde en glad of licht-ruw aan de bovenzijde.

Als de aren rijpen en de bloemetjes open staan kun je de helmdraden met de helmknoppen naar buiten zien steken. Als deze open gaan en de helmhokken het pollen aan de lucht vrijgeven hebben ze de vorm van een X. Ook zijn dan de veervormige stempels zichtbaar die pollen uit de lucht kunnen vegen. Pollen van Engels raaigras is sterk allergeen en kan bij daarvoor gevoelige mensen hooikoortsachtige verschijnselen veroorzaken.

Nederland ligt in het genencentrum van Engels raaigras. Nederlandse kweekbedrijven hebben talloze rassen voor verschillende toepassing gecreëerd.

MMGB_111204

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Raaigras - Lolium
Plantvorm:
gras
Plantgrootte:
0.10 - 0.90 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
groen
Bloeiwijze:
aar
Bloemvorm:
grasbloem
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
1 kelkkafje, 2 kroonkafje
Meeldraden:
3 meeldraden
Vruchtbeginsel:
bovenstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
graanvrucht of korrel
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, glad
Schors:
-
Bladstanden:
in twee rijen, in zoden
Bladvorm:
lijnvormig
Bladrand:
gaaf
Ondergronds deel:
bijwortelstelsel
Plantengemeenschappen:

Hoewel Engels raaigras thans een verspreiding heeft over de hele wereld gaan we ervan uit dat het van nature deel uitmaakt van een aantal plantengemeenschappen zoals deze in Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland, worden beschreven bijvoorbeeld in de Weegbree-Klasse, in vochtige en droge graslanden en weides.

De plantensoort 'Engels raaigras' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Engels raaigras is een uitstekend weidegras en wordt dan ook door de mens overal uitgezaaid waar vee gehouden wordt. Het eerste in Engeland waar het zijn naam aan te danken heeft. Door het veredelingswerk dat kwekers hebben uitgevoerd zijn ook rassen ontwikkeld die voor gazons, speelterreinen, sportvelden en dergelijk geschikt zijn.

Nog meer informatie over de ecologie van Engels raaigras en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (2003) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 5: 82.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 208. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 263.

Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 299.

Uitspraak wetenschappelijke naam: Lólium perénne