De grote Ranonkelfamilie of Ranunculaceae omvat vrijwel allemaal kruidachtige planten en een aantal geslachten die veel zijn aan te treffen in onze dagelijkse omgeving.
Deze familie, zoals die in de nieuwste Heukels’ Flora is samengesteld, omvat op het eerste gezicht een aantal plantengeslachten met een heel verschillend uiterlijk en bouw.
Tot de grote Vlinderbloemfamilie of Fabaceae behoren zowel kruiden als houtige geslachten. De bladeren zijn meestal samengesteld met een aantal deelblaadjes, oneven, of even en in het laatste geval is er in plaats van het topblaadje een rank.
Heifamilie of Ericaceae omvat tegenwoordig ook de plantensoorten die voorheen waren ondergebracht in de Wintergroenfamilie en de Kraaiheifamilie. Ze bestaat uit altijd groen blijvende dwergstruiken of kruiden. De bladeren zijn enkelvoudig en vaak klein en soms wat leerachtig ofwel bladachtig. De bloemen zijn in het algemeen regelmatig of enigszins tweezijdig symmetrisch. De vruchten zijn ofwel een doosvrucht of een soms sappige steenvrucht of bes. Opmerkelijk is het bladgroenloze Stofzaad.
Van oudsher zijn graslanden met een behoorlijk hoog vochtgehalte en daaraan gekoppeld vaak weinig mineraalrijk in beheer bij onze boeren als hooilanden. Deze graslanden zijn door hun lage voedselrijkdom erg soortenrijk.
De Composietenfamilie is de grootste familie in onze contreien als het om het soortenaantal gaat. Dat leidt ertoe dat de veelvormigheid, bijvoorbeeld wat de bladeren betreft erg groot is, van gaafrandig langwerpig, tot veerdelig ingesneden en zelfs stekeltandig.